Pont de Liège
2
De inwoners van het bekken van de Semois hadden altijd nood aan systemen om de rivier over te steken, om zo in andere dorpen te komen, handelswaar ter plaatse te brengen of toegang te krijgen tot landbouwgronden en bossen. Vroeger waren er doorwaadbare plaatsen (gué’s), voetgangersbruggetjes, bruggen van hout en later verschenen de eerste stenen bruggen. Stapsgewijs werd de Semois voorzien van solide oeververbindingen.
Een houten Pont de Liège werd in 1069 als eerste brug van Bouillon gebouwd. Haar constructie was noodzakelijk om de doortocht van de belangrijke handelsweg tussen Verdun en Luik te verzekeren. Ze werd meerdere malen door drijfijs vernield. Men heeft tot in 1598 moeten wachten op een stenen constructie die Vauban in 1680 aan de linkeroever versterkte met een verdedigingswerk. In 1778 werd ze herbouwd. De brug werd destijds Oude Brug (Vieux pont) genoemd.
Een tweede brug (nl. de stenen Pont de France) kwam er pas in 1851. Later waren Poupehan, Dohan en de Pont de Cordemois in Bouillon aan de beurt. Gezien hun strategisch belang werden al deze bruggen in oorlogstijd verwoest. Zo blaasden de eigen Franse troepen op 11 mei 1940 de drie bruggen in de stad op om de Duitsers de doortocht naar Frankrijk te verhinderen.
Ponter kan je enkel in Bouillon, op de Pont de Liège.
De Semois wordt op grondgebied Bouillon (dit is de stad en de verschillende omliggende dorpen) overbrugd met zes bruggen en twee voetgangerspasserelles. De Pont de Liège in Bouillon is echter een uniek exemplaar, omdat je enkel daar het favoriete tijdverdrijf van elke jonge Bouillonais kan beoefenen. Dit is ponter. Je ponte, nous pontons, on a ponté… Dit lokaal uitgevonden werkwoord kan je onmogelijk vertalen zonder de finesse ervan te verliezen. Men zegt hierover: “Savoir ponter comme tout bon Bouillonnais”. Rondhangen, babbelen, rondkijken of elkaar ontmoeten, zittend of leunend op de muur of in een van de inkepingen. Dat is ponter.
De verdwenen standbeelden.
De charme van deze brug werd in 1939 vergroot door het plaatsen van twee indrukwekkende beelden op de rechteroever. De wee standbeelden, Saint-Arnould en Godfried van Bouillon, gemaakt door de Ardense beeldhouwer Victor Demanet, kwamen aan de toegang van de Pont de Liège terecht. De toenmalige autoriteiten lieten zich hierbij inspireren door de Engelenbrug in Rome (Pont Saint-Ange), waar standbeelden de brug de nodige allure geven. Helaas werd de brug, enkele maanden na het plaatsen van de twee beelden, tijdens de Duitse invasie van mei 1940, gebombardeerd. Als bij wonder werd het duo gespaard. Op de nieuwe brug was echter geen plaats meer voor hen en ze werden van elkaar gescheiden. Zelfs nu zijn er nog Bouillonnais die dit betreuren en hun nieuwe plaats niet eervol genoeg vinden. Het beeld Godfried van Bouillon kijkt nu vanop de flanken aan de achterkant van het kasteel uit op de Semois. Het beeld van Saint-Arnould staat wat verloren op het einde van de Quai de la Tannerie.