top of page

Dubbelhuis aan de Semois van de hand van architect Georges Hobé

Over de architect van het dubbelhuis met rode horizontale strepen (gevormd door rode bakstenen), gelegen aan de oevers van de Semois (met de ingang via de Rue du Collège), kan veel verteld worden.
Het was architect Georges Hobé, die in opdracht van de industrieel Albert Camion, twee bedrijfshuizen bouwde in de Rue du Collège. Camion reserveerde deze woningen voor de kaderleden van zijn fabriek (nl. de metaalfabriek Camion-Devillez iets verder in de Rue du Collège gelegen).

Wie is Georges Hobé?

Georges Hobé (1854- 1936) werd geboren te Brussel als zoon van een schrijnwerker en begint zijn carrière als decorateur. Omstreeks 1895 opent hij een meubelzaak met atelier te Brussel waar hij bekende Art Nouveau meubels ontwerpt die geëxposeerd worden op meerdere internationale tentoonstellingen. 
Als autodidact wordt hij pas op 40 jarige leeftijd architect. Op verzoek van koning Leopold II werkt hij in 1897 samen met o.m. Paul Hankar, Gustave Serrurier-Bovy en Henry van de Velde aan de inrichting en aankleding van “L’Exposition internationale du Congo” in Tervuren. Dit betekent de start van zijn carrière als architect.
Eind jaren 1890 maakt Hobé kennis met de cottages uit het zuiden van Engeland en wordt hij één van de belangrijkste promotors van dit cottage woningtype in België. Zijn bouwactiviteiten ontwikkelen zich vooral op het vlak van de cottagearchitectuur, wat blijkt uit zijn realisaties aan de Belgische kust maar ook in de omgeving van Brussel en de regio’s Ronse, Spa, Luik en Namen. 
Hobé nam deel aan belangrijke tentoonstellingen in België, Frankrijk, Nederland en vooral in Turijn in 1902 en Milaan in 1906, aan de zijde van Victor Horta en Léon Sneyers. Hij werd gerespecteerd als pragmatisch ondernemer en gewiekst zakenman, maar ook om zijn esthetische bekommernissen en zijn affiniteit met kunst en natuur. Hij was tevens bevriend met kunstenaars die aan de wieg stonden van de Groep van XX, zoals Jules Lagae, de gebroeders Jef en Jules Lambeaux, Louis-Henri Devillez, Gustave Vanaise en Juliette en Rodolphe Wytsman.

De Hobé-stempel in Bouillon

Architect Hobé was bevriend met de vooraanstaande industrieel Albert Camion uit Bouillon. Hij kreeg enkele opdrachten van hem (o.a. L’Hôtel des Postes) en is zo aanwezig in de architectuur van Bouillon.
Realisaties van Hobé in Bouillon: 
1.	L'Hôtel des Postes, gelegen nabij het oude treinstation, is zijn bekendste wapenfeit (1903) in Bouillon
2.	op een steenworp afstand, in de Rue du Collège, bouwde Hobé, in opdracht van de industrieel Albert Camion, ook twee bedrijfshuizen die hij reserveerde voor de kaderleden van zijn fabriek.
3.	De voorgevel (straatkant) van het rusthuis Serenia (huis Solvay) is het werk van Hobé. Deze gevel is een overblijfsel van de Villa Franeau (Amélie Franeau was de vrouw van Albert Camion) en werd in het nieuwe rusthuis geïntegreerd.
4.	de veranda van het hotel d'Artaize (maison Camion)

Niet gerealiseerde voorstellen in Bouillon

Omstreeks 1909 maakte Hobé een plan voor de bouw van een derde brug over de Semois (de toekomstige Cordemoisbrug, die in de jaren '30 gebouwd zou worden met architect Vaes). In 1911 tekent de architect Georges Hobé de plannen voor de renovatie van het douanekantoortje aan de voet van de Vieille Route de France. Ook deze plannen werden niet uitgevoerd.

Van Bouillon tot aan de Belgische kust

Hobé was één van de belangrijkste promotors van de Engelse cottage-stijl in België. Aan de kust kan je prachtige gebouwen van hem bewonderen; vooral in De Panne en in Oostende.  Zo is er het gebouw van de Royal Yacht Club Oostende (1906) dat door Hobé werd ontworpen.  In De Panne ontwierp hij zijn eigen zomerhuis, de "Kykhill". Samen met Albert Dumont en Jozef Viérin bouwt hij het vissersdorp De Panne uit tot een toeristische badplaats, waar hij in 1918 gemeentearchitect wordt. 
Ook in Kortrijk kan je nog een prachtige Hobé-villa bewonderen. Deze art-deco-beïnvloede cottage onder rieten dak werd ontleend aan de kustarchitectuur en in een stedelijke context, in een beboomde tuin, geplaatst. Het gebouw kan aanzien worden als een Gesammtkunstwerk, waarbij veel aandacht besteed wordt aan de interieurinrichting met accent op houten aankleding.
Hij heeft ook dokter Antoine Depage geholpen bij de uitbouw van het Rode Kruis Hospitaal Océan en later na de oorlog ook bijgestaan om een groot universitair hospitaal te ontwerpen in Woluwe.

13

Over de architect van het dubbelhuis met rode horizontale strepen (gevormd door rode bakstenen), gelegen aan de oevers van de Semois (met de ingang via de Rue du Collège), kan veel verteld worden.
Het was architect Georges Hobé, die in opdracht van de industrieel Albert Camion, twee bedrijfshuizen bouwde in de Rue du Collège. Camion reserveerde deze woningen voor de kaderleden van zijn fabriek (nl. de metaalfabriek Camion-Devillez iets verder in de Rue du Collège gelegen).

Wie is Georges Hobé?

Georges Hobé (1854- 1936) werd geboren te Brussel als zoon van een schrijnwerker en begint zijn carrière als decorateur. Omstreeks 1895 opent hij een meubelzaak met atelier te Brussel waar hij bekende Art Nouveau meubels ontwerpt die geëxposeerd worden op meerdere internationale tentoonstellingen.
Als autodidact wordt hij pas op 40 jarige leeftijd architect. Op verzoek van koning Leopold II werkt hij in 1897 samen met o.m. Paul Hankar, Gustave Serrurier-Bovy en Henry van de Velde aan de inrichting en aankleding van “L’Exposition internationale du Congo” in Tervuren. Dit betekent de start van zijn carrière als architect.
Eind jaren 1890 maakt Hobé kennis met de cottages uit het zuiden van Engeland en wordt hij één van de belangrijkste promotors van dit cottage woningtype in België. Zijn bouwactiviteiten ontwikkelen zich vooral op het vlak van de cottagearchitectuur, wat blijkt uit zijn realisaties aan de Belgische kust maar ook in de omgeving van Brussel en de regio’s Ronse, Spa, Luik en Namen.
Hobé nam deel aan belangrijke tentoonstellingen in België, Frankrijk, Nederland en vooral in Turijn in 1902 en Milaan in 1906, aan de zijde van Victor Horta en Léon Sneyers. Hij werd gerespecteerd als pragmatisch ondernemer en gewiekst zakenman, maar ook om zijn esthetische bekommernissen en zijn affiniteit met kunst en natuur. Hij was tevens bevriend met kunstenaars die aan de wieg stonden van de Groep van XX, zoals Jules Lagae, de gebroeders Jef en Jules Lambeaux, Louis-Henri Devillez, Gustave Vanaise en Juliette en Rodolphe Wytsman.

De Hobé-stempel in Bouillon

Architect Hobé was bevriend met de vooraanstaande industrieel Albert Camion uit Bouillon. Hij kreeg enkele opdrachten van hem (o.a. L’Hôtel des Postes) en is zo aanwezig in de architectuur van Bouillon.
Realisaties van Hobé in Bouillon:
1. L'Hôtel des Postes, gelegen nabij het oude treinstation, is zijn bekendste wapenfeit (1903) in Bouillon
2. op een steenworp afstand, in de Rue du Collège, bouwde Hobé, in opdracht van de industrieel Albert Camion, ook twee bedrijfshuizen die hij reserveerde voor de kaderleden van zijn fabriek.
3. De voorgevel (straatkant) van het rusthuis Serenia (huis Solvay) is het werk van Hobé. Deze gevel is een overblijfsel van de Villa Franeau (Amélie Franeau was de vrouw van Albert Camion) en werd in het nieuwe rusthuis geïntegreerd.
4. de veranda van het hotel d'Artaize (maison Camion)

Niet gerealiseerde voorstellen in Bouillon

Omstreeks 1909 maakte Hobé een plan voor de bouw van een derde brug over de Semois (de toekomstige Cordemoisbrug, die in de jaren '30 gebouwd zou worden met architect Vaes). In 1911 tekent de architect Georges Hobé de plannen voor de renovatie van het douanekantoortje aan de voet van de Vieille Route de France. Ook deze plannen werden niet uitgevoerd.

Van Bouillon tot aan de Belgische kust

Hobé was één van de belangrijkste promotors van de Engelse cottage-stijl in België. Aan de kust kan je prachtige gebouwen van hem bewonderen; vooral in De Panne en in Oostende. Zo is er het gebouw van de Royal Yacht Club Oostende (1906) dat door Hobé werd ontworpen. In De Panne ontwierp hij zijn eigen zomerhuis, de "Kykhill". Samen met Albert Dumont en Jozef Viérin bouwt hij het vissersdorp De Panne uit tot een toeristische badplaats, waar hij in 1918 gemeentearchitect wordt.
Ook in Kortrijk kan je nog een prachtige Hobé-villa bewonderen. Deze art-deco-beïnvloede cottage onder rieten dak werd ontleend aan de kustarchitectuur en in een stedelijke context, in een beboomde tuin, geplaatst. Het gebouw kan aanzien worden als een Gesammtkunstwerk, waarbij veel aandacht besteed wordt aan de interieurinrichting met accent op houten aankleding.
Hij heeft ook dokter Antoine Depage geholpen bij de uitbouw van het Rode Kruis Hospitaal Océan en later na de oorlog ook bijgestaan om een groot universitair hospitaal te ontwerpen in Woluwe.

Aangenaam terras langs de oever van de Semois in het centrum van Bouillon

25 bâtiments et sites racontent l'histoire de Bouillon ! Découvrez les histoires de ce patrimoine depuis l'agréable terrasse pergola de notre restaurant au bord de la Semois, au centre de Bouillon.

bottom of page