top of page

Onder de rechterboog van de Pont de France zie je vanop het terras van House of Bouillon:
1. een stukje van La Vanne (~De Sluis) 
2. en nog verderop het clubhuis van de vissers aan Les Bains. 

Aan de sluis is de Semois vertakt in 2 stromen. De splitsing is gevormd door een dijkje.  Die aftakking was vroeger van economisch belang. Les Bains was dan weer gedurende enkele decennia in de 20ste eeuw een gekende toeristische attractie. 
Op deze site kan je mijmeren over het Bouillon in lang vervlogen tijden… 

1. La Vanne

Gezien de grote bosoppervlakte, beschikt deze regio over heel wat hout. Lange tijd was dit de enige warmtebron. De houthakkers hadden diep in de bossen dus heel wat werk, maar daarna volgde ook nog de logistieke uitdaging om het hout in de bewoonde wereld te krijgen. Waar nu krachtige jeeps en trailers de boomstammen verslepen, werden vroeger trekpaarden ingeschakeld bij het zogenaamde boomslepen, een echte Ardense traditie. Er was ook transport langs het water. 

Op de Semois was er een grote bedrijvigheid van flottage du bois (houtdrijven). Stoere vlotters, in Bouillon ‘miquelets’ genoemd, begeleidden de boomstammen over het water tot aan hun eindpunt.  Lange tijd kwamen in Bouillon de omgehakte boomstammen toe aan La Vanne, waar ze uit het water werden gehaald. 

Op oude foto’s kan je de grote hoeveelheid boomstammen zien die hier wachtten op verdere verwerking en transport. Het is ook niet toevallig dat op deze locatie (waar nu Les Bains is) een houtzagerij (scierie Lambert) gelegen was. 

Door de splitsing van de Semois aan La Vanne onstond een waterloop met een minder sterke stroming, wat handig was om de aangevoerde boomstammen tegen te houden. Dit afleidingskanaaltje (een ‘bief’ = molen-beekje) was vroeger ook belangrijk om de toenmalige ban-molen aan de Porte de France (~de Franse Poort, onderdeel van de verdedigingsmuren rond Bouillon) te ‘voeden’ met stromend water. Die ban-molen was een watermolen, eigendom van het kasteel, die gelegen was ongeveer op de huidige locatie van de Papeterie. De naam van de achterliggende straat, Rue du Moulin, verwijst naar de aanwezigheid van deze molen.  

Er wordt ook vaak de benaming ‘Trou de Vanne’ (~Gat aan de Sluis) gebruikt. Hiermee verwijst men naar de lagere waterniveau (~ een diepte / gat) die door de ‘barrage’ gevormd wordt. Lefgozers springen tijdens de zomermaanden vanop het bouwwerk in de Semois, de diepte in… Tevens is er aan de rechteroever van de Semois ook een grote rotssteen ter hoogte van de barrage. Ook deze werd vroeger soms gebruikt om af te springen. 


2. Les Bains

Het water van de Semois was ook in het verleden een element van genot, ontspanning, welzijn… Op deze plaats, Les Bains, was eerder een houtzagerij (scierie Lambert) gelegen. Nadat deze activiteit verdwenen was, werd de site stapsgewijs (zoals de naam Les Bains aangeeft) uitgebouwd voor waterrecreatie…

Tijdens de Belle Epoque-periode (ong. 1870-1914) groeit het toerisme op veel plaatsen aan de kust (bv. in Frankrijk, België…).  Tengevolge van de industriële revolutie ontstond een nieuwe industrie- en handelsburgerij, naast de oude adel. Deze nieuwe elite wilde met volle teugen genieten. Ze ontvluchtte de ongezonde steden op zoek naar de natuur. Het was een ‘mooie tijd’ met welvaart, te merken in het dagelijks leven, in vervoer, in producten... Badplaatsen maakten furore. De aanleg van spoorwegennetten zorgde voor echte volksverhuizingen tijdens het toeristisch seizoen. Deze rijke toeristen eisten een comfortabel verblijf, badinstellingen én voldoende ontspanningsmogelijkheden. 

Bouillon had wel geen zee, maar wel de troeven van de prachtige natuur, het kasteel en uiteraard ook de Semois. In Bouillon was in het begin van de 20ste eeuw veel welstand door de succesvolle industrie met de 3 metaalfabrieken. Ook de pas aangelegde spoorlijn en station waren een belangrijke troef. Heel wat villa’s werden gebouwd en het toerisme nam een grote vaart. 

Bouwde men daarom deze locatie uit tot een bad-plaats, een attractie voor de toeristen?  
In elk geval verschenen hier omstreeks 1904 de eerste houten cabines. Wellicht werd deze bad-plaats succesvol, want in 1923 werd een groot (stenen) badhuis gebouwd. Een prachtig gebouw dat helaas in de jaren 1970 werd gesloopt.   
Er kwam toen een nieuw badhuis in de plaats. Je vond er kleedkamers, douches, toiletten en ook een winkeltje waar je drankjes en ijsjes kan kopen. Doorheen de jaren werd de nood aan een dergelijk badhuis minder noodzakelijk. De plaatselijke visclub, De Vrienden van de Semois, hebben er nu hun clubhuis. Maar Les Bains is nog steeds een officiële zwemzone.

19

Onder de rechterboog van de Pont de France zie je vanop het terras van House of Bouillon:
1. een stukje van La Vanne (~De Sluis)
2. en nog verderop het clubhuis van de vissers aan Les Bains.

Aan de sluis is de Semois vertakt in 2 stromen. De splitsing is gevormd door een dijkje. Die aftakking was vroeger van economisch belang. Les Bains was dan weer gedurende enkele decennia in de 20ste eeuw een gekende toeristische attractie.
Op deze site kan je mijmeren over het Bouillon in lang vervlogen tijden…

1. La Vanne

Gezien de grote bosoppervlakte, beschikt deze regio over heel wat hout. Lange tijd was dit de enige warmtebron. De houthakkers hadden diep in de bossen dus heel wat werk, maar daarna volgde ook nog de logistieke uitdaging om het hout in de bewoonde wereld te krijgen. Waar nu krachtige jeeps en trailers de boomstammen verslepen, werden vroeger trekpaarden ingeschakeld bij het zogenaamde boomslepen, een echte Ardense traditie. Er was ook transport langs het water.

Op de Semois was er een grote bedrijvigheid van flottage du bois (houtdrijven). Stoere vlotters, in Bouillon ‘miquelets’ genoemd, begeleidden de boomstammen over het water tot aan hun eindpunt. Lange tijd kwamen in Bouillon de omgehakte boomstammen toe aan La Vanne, waar ze uit het water werden gehaald.

Op oude foto’s kan je de grote hoeveelheid boomstammen zien die hier wachtten op verdere verwerking en transport. Het is ook niet toevallig dat op deze locatie (waar nu Les Bains is) een houtzagerij (scierie Lambert) gelegen was.

Door de splitsing van de Semois aan La Vanne onstond een waterloop met een minder sterke stroming, wat handig was om de aangevoerde boomstammen tegen te houden. Dit afleidingskanaaltje (een ‘bief’ = molen-beekje) was vroeger ook belangrijk om de toenmalige ban-molen aan de Porte de France (~de Franse Poort, onderdeel van de verdedigingsmuren rond Bouillon) te ‘voeden’ met stromend water. Die ban-molen was een watermolen, eigendom van het kasteel, die gelegen was ongeveer op de huidige locatie van de Papeterie. De naam van de achterliggende straat, Rue du Moulin, verwijst naar de aanwezigheid van deze molen.

Er wordt ook vaak de benaming ‘Trou de Vanne’ (~Gat aan de Sluis) gebruikt. Hiermee verwijst men naar de lagere waterniveau (~ een diepte / gat) die door de ‘barrage’ gevormd wordt. Lefgozers springen tijdens de zomermaanden vanop het bouwwerk in de Semois, de diepte in… Tevens is er aan de rechteroever van de Semois ook een grote rotssteen ter hoogte van de barrage. Ook deze werd vroeger soms gebruikt om af te springen.


2. Les Bains

Het water van de Semois was ook in het verleden een element van genot, ontspanning, welzijn… Op deze plaats, Les Bains, was eerder een houtzagerij (scierie Lambert) gelegen. Nadat deze activiteit verdwenen was, werd de site stapsgewijs (zoals de naam Les Bains aangeeft) uitgebouwd voor waterrecreatie…

Tijdens de Belle Epoque-periode (ong. 1870-1914) groeit het toerisme op veel plaatsen aan de kust (bv. in Frankrijk, België…). Tengevolge van de industriële revolutie ontstond een nieuwe industrie- en handelsburgerij, naast de oude adel. Deze nieuwe elite wilde met volle teugen genieten. Ze ontvluchtte de ongezonde steden op zoek naar de natuur. Het was een ‘mooie tijd’ met welvaart, te merken in het dagelijks leven, in vervoer, in producten... Badplaatsen maakten furore. De aanleg van spoorwegennetten zorgde voor echte volksverhuizingen tijdens het toeristisch seizoen. Deze rijke toeristen eisten een comfortabel verblijf, badinstellingen én voldoende ontspanningsmogelijkheden.

Bouillon had wel geen zee, maar wel de troeven van de prachtige natuur, het kasteel en uiteraard ook de Semois. In Bouillon was in het begin van de 20ste eeuw veel welstand door de succesvolle industrie met de 3 metaalfabrieken. Ook de pas aangelegde spoorlijn en station waren een belangrijke troef. Heel wat villa’s werden gebouwd en het toerisme nam een grote vaart.

Bouwde men daarom deze locatie uit tot een bad-plaats, een attractie voor de toeristen?
In elk geval verschenen hier omstreeks 1904 de eerste houten cabines. Wellicht werd deze bad-plaats succesvol, want in 1923 werd een groot (stenen) badhuis gebouwd. Een prachtig gebouw dat helaas in de jaren 1970 werd gesloopt.
Er kwam toen een nieuw badhuis in de plaats. Je vond er kleedkamers, douches, toiletten en ook een winkeltje waar je drankjes en ijsjes kan kopen. Doorheen de jaren werd de nood aan een dergelijk badhuis minder noodzakelijk. De plaatselijke visclub, De Vrienden van de Semois, hebben er nu hun clubhuis. Maar Les Bains is nog steeds een officiële zwemzone.

Aangenaam terras langs de oever van de Semois in het centrum van Bouillon

25 buildings & sites tell the history of Bouillon! Discover the stories of that heritage from our pleasant pergola terrace of our restaurant along the banks of the Semois in downtown Bouillon.

bottom of page